zaterdag 28 maart 2020

Uien in de stad

We komen ze overal tegen, soorten van het geslacht Allium. Kraailook (Allium vineale) of (een uit de tuin ontsnapte) Daslook (Allium ursinum) zijn niet ongewone soorten. Met een beetje geluk ook Moeslook (Allium oleraceum) op dijken rondom Deventer, echter deze is behoorlijk zeldzaam.  Andere soorten vinden we nauwelijks, zeker niet in de binnenstad. Ik weet niet zo goed de status van begraafplaatsen eigenlijk. Ooit heb ik op een begraafplaats Bochtig look gevonden (Allium zebdanense). Een verwilderde soort. Overigens een heel mooie soort. Echter je hebt van die hoekjes! Beetje beschut, rustig, beetje een stinzeachtige sfeertje met Vingerhelbloem (Corydalis solida) en heel veel Gewoon speenkruid (Ficaria verna). In dat betreffende hoekje, eigenlijk een gedempt deel van een oude gracht in Deventer vind je dan zomaar Armbloeming look (Allium paradoxum).
Bloeiwijze Armbloemig look

Het is een soort die begin vorige eeuw is ingeburgerd/aangeplant in Nederland. Armbloemig look is inheems in de Kaukasus, in de bergen van Iran en Turkmenistan.
Verspreidingskaartje laat zien dat in Nederland de soort aan de kust veel te vinden is in lichte loofbossen waaronder parken en bossen van buitenplaatsen en verder stinzemilieu's.
Deze standplaats voldoet daar helemaal aan. Er is er echter nog één vond ik op de verspreidingsatlas. Al met al zijn het niet veel groeiplaatsen in het oosten van het land.

Armbloemig look

Bloeiwijze Armbloemig look
Opvallend aan de bloeiende planten is dat het witvliezige omwindsel open scheurt in twee brede delen en tijdens de bloei aanwezig blijft. Verder de warrige habitus als er meerdere planten vlakbij elkaar groeien.

Armbloemig moet letterlijk opgevat worden als weinig bloemen hebbend. Dat klopt ook wel, meeste Allium soorten hebben rijkbloeiende bloemen en vele broedknollen. Vergelijk het maar eens met Kraailook. Armbloemig look heeft een aantal kleine, ronde broedknollen met meestal 1 witte klokvormige bloem met een onduidelijke groene streep.

Gerrit

maandag 16 maart 2020

Minilandschapjes op de muur

Gewoon muursterretje, Kandelaartje, Gewone hoornbloem en Liggende vetmuur
Gewone hoornbloem, Gewoon muursterretje en Liggende vetmuur
Eind van de winter; de eerste laagblijvende bloemen bloeien en de mossen hebben kapsels. Wat een genot is het dan om eens stil te staan bij een muurtje. Zeker de muurtjes die wat met rust worden gelaten.

Gewoon muisjesmos
Wat is er dan allemaal te zien? Met een beetje geluk het Kandelaartje (Saxifraga tridactylites). De mini steenbreek van Nederland. 2-15 cm hoog, op de foto hierboven, nauwelijks 3 cm hoog. Een inheemse steenbreek die gebonden is aan een neutrale tot kalkrijke bodem. In Deventer vrij veel te vinden op diverse bruggen, vluchtheuveltjes en op een randje kalkrijk zand op de Snipperling. Vol met klierharen en drievingerige blaadjes.
Verder is het mogelijk om diverse veel voorkomende soorten te vinden, maar dan in miniatuur vorm. Vroegeling (Draba verna), Gewone hoornbloem (Cerastium fontanum subsp. vulgare) en Liggende vetmuur (Sagina procumbens). Verder diverse soorten mossen, zoals Gewoon muursterretje (Tortula muralis), Gewoon muisjesmos (Grimmia pulvinata) en diverse andere soorten mossen en korstmossen waar ik de naam niet van weet.
Als je je wat verder in die kleine landschapjes gaat verdiepen is er nog een hele lijst aan soorten mossen, korstmossen en hogere planten toe te voegen. Kijk dus gerust eens naar zo'n muurtje. Die op ooghoogte zijn het prettigst om mee te beginnen.
Vroegeling, Gewoon muursterretje

woensdag 11 maart 2020

Kleverige druppels

Detail Kleine zonnedauw (Drosera intermedia)

Het hebben van kleverige druppels is een eigenschap waarmee o.a. spinnen hun prooi vangen. Meerdere organismen hebben een tactiek om prooi te vangen met behulp van kleverige druppels. Van planten wordt dat niet direct verwacht. Maar wat als je als plant nu in een omgeving groeit waarbij je eigenlijk alleen zuur regenwater hebt en je hebt geen wortelknolletjes. Hoe kom je dan aan stikstof en andere sporenelementen en voedingstoffen? Dan eet je toch gewoon insecten! Er is een groep planten, verdeeld over meerdere families en geslachten die dat kunnen. Ieder op zijn eigen manier overigens. Drosera's doen dat op een passieve manier door insecten te vangen met kleverige druppels. Op onderstaande foto zijn duidelijk insecten zichtbaar.
Habitus van Kleine zonnedauw (Drosera intermedia)

Het gaat in Nederland voornamelijk om insecten omdat de planten van het geslacht Drosera nogal klein zijn. Echter grotere soorten van bijvoorbeeld dit geslacht die op een iets andere manier hun 'prooien' vangen zijn groter en kunnen volgens de verhalen kikkers en muizen 'opeten', zoek maar eens op internet.

Nederland heeft 3 soorten in dit geslacht, waarvan rondom Deventer de Kleine zonnedauw eigenlijk niet ongewoon is om te vinden. Vaak in pioiniersituaties en al heel snel eigenlijk nadat een pioniermilieu is ontstaan. In de regio Deventer vaak op gronden die niet in verbinding staan met een wetering of iets dergelijks. Niet in verbinding is van belang omdat met oppervlakte water te veel voedingstoffen worden aangevoerd en dan kan deze soort niet op tegen de concurrerende grassen en andere kruiden.

Hoe zit dat nu eigenlijk met die druppeltjes. Die druppels bestaan uit vloeistof waarin 'prooi' als het ware verteerd wordt. De druppels bevatten enzymen (o.a. protease en fosfatase) waarvan de concentratie toeneemt als een 'prooi' is gevangen waarbij de maximale concentratie rond dag 4 wordt bereikt.
Heeft het nu een voordeel als er voldoende prooi te vangen is. Jazeker, Darwin heeft rond 1875 veel experimenten uitgevoerd en heeft 285 pagina's gebruikt om dat te beschrijven. Zo beschrijft hij dat planten meer bloemen hebben, er beter uitzagen en meer zaad produceerden naarmate er meer insecten waren gevangen. Dit is later bevestigd door onderzoekers die vonden dat 40% van de aminozuren in de wortels afkomstig zijn van insecten. Deze insecten waren gevoerd met gelabeld stikstof en gevoerd aan de planten (bron https://botany.org/Carnivorous_Plants/Drosera.php, gelezen op 11 maart 2020).

Kleine zonnedauw met een behoorlijk grote nachtvlinder, Vals witje in dit geval.