cookieChoices = {}; Deventer Natuur: september 2017

zondag 3 september 2017

Oranje springzaad

Oranje springzaad (Impatiens capensis)
Soms dan gebeurd het dat je weet dat een soort bestaat maar hem nog nooit gezien hebt. Gisteren gebeurde mij dat. Ik had een paar maanden geleden de zoekkaart springzaden van het FLORON gedownload en gelezen. Naast het enige inheemse springzaad Groot springzaad (Impatiens noli-tangere) komen er nog minstens 6 andere soorten voor, waaronder de welbekende Reuzenbalsemien (Impatiens grandulifera). Daarnaast waren in ieder geval nog Klein springzaad (Impatiens parviflora) en Tweekleurig springzaad (Impatiens balfourii) bij mij bekend.
Tja en dan loop je maar weer eens een route die je al 10-tallen keren hebt gedaan en sta je ineens oog in oog met een die je alleen van een plaatje kent. In dit geval dus Oranje springzaad (Impatiens capensis). Altijd heb ik wel iets van een camera bij me, maar deze keer dus niet (gelijk gestraft dus). Dat maakte het natuurlijk wel mogelijk om op een heel mooi moment op een zonnige ochtend en na een koude nacht nog eens te gaan kijken.

Oranje springzaad
Mooi licht en dauwdruppeltjes, een prachtige soort. Ik moet zeggen die springzaden zijn sowieso wel fotogenieke planten. Zoals gezegd, Groot springzaad (o.a. te vinden op landgoed de Bannink) is een inheemse soort. Op Oranje springzaad na, komen de overige springzaden uit Azië. Oranje springzaad vind zijn oorsprong in Noord-Amerika, zie ook het verspreidingskaartje op de site wilde-planten.nl.

Vermeldenswaardig is tevens de wetenschappelijke naam, Impatiens is gelijk aan ongeduldig. De Nederlandse naam verwijst daar ook naar, springzaad. De zaden worden bij rijpheid gekatapulteerd na aanraking, wat tevens ervoor zorgt dat een aantal van de springzaden een invasief karakter hebben (Reuzenbalsemien en Bont Springzaad) (Bronnen: Wilde-planten.nl en verspreidingsatlas.nl).

Een kennis van mij wees mij er overigens op dat de zaden van Reuzenbalsemien uitstekend te eten zijn. Rauw smaakt het nootachtig (probeer maar eens (alleen de zaden, niet het omhulsel)), geroosterd kan het als decoratie worden gebruikt, zie ook volgend recept. Ook hier geldt "If you can't beat them, eat them". 

Gerrit Hendriksen

zaterdag 2 september 2017

Tandzaden

Riviertandzaad (Bidens radiata)
Tandzaden zijn nazomer bloeiers. Als de dagen weer korter worden gaat deze soort bloeien. Ze zijn nu dan ook op zijn mooist. Door de ligging van Deventer zijn verschillende soorten te vinden. Veerdelig tandzaad (Bidens tripartita), Knikkend tandzaad (Bidens cernua), Zwart tandzaad (Bidens frondosa) en het aan de rivieren gebonden nogal zeldzame Riviertandzaad (Bidens radiata). 

De naam doet al vermoeden dat de zaden nogal karakteristiek zijn en dat klopt ook. De meeste composieten hebben een pappus van haren. De pappus is goed te zien als de zaden van de paardenbloem rijp zijn om verspreid te worden door de wind, het zogenaamde parapluutje is de pappus. 
Tandzaden hebben een pappus van 2-4 tanden! Dus even wat anders dan een parapluutje zeg maar. Op de zadenbank van de Rijks Universiteit Groningen is goed te zien wat de verschillen zijn tussen de verschillende soorten tandzaad

Op dit moment staan rondom de Veenoordkolk en de Teugse kolk de hierboven genoemde tandzaden volop te bloeien, dus ook de zeldzame riviertandzaad.
Knikkend tandzaad (Bidens cernua)

Veerdelig tandzaad (Bidens tripartita)

Gerrit Hendriksen

Engelse alant

Engelse alant (Inula brittanica) is niet direct een naam waarbij je aan een plant denkt. Het is er wel één en één uit een geslacht waarbij de Nederlandse namen nogal uitzonderlijk zijn, Donderkruid bijvoorbeeld, of Griekse alant.
Engelse alanten langs de IJssel
Volop te zien op het moment in de uiterwaarden en vooral dicht bij de rivier. De soort is hoofdzakelijk gebonden aan de grote rivieren in Nederland. Dat is heel goed te zien op het verspreidingskaartje. In tegenstelling tot wat zijn naam doet vermoeden komt de soort vrijwel niet voor in het Verenigd Koninkrijk.
Engelse alanten in de uiterwaarden bij Deventer

Het bijzondere van de plant is dat de bloemen polygaam zijn. Ofwel er zijn bloemen met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen en bloemen met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen.

De soort is gebonden aan gebieden die voedselrijk zijn en periodiek overstromen. Dat verklaart direct zijn zeldzaamheid in Nederland in het algemeen. Echter rondom Deventer en in het gehele rivierengebied komen deze condities nog al eens voor.

Gerrit Hendriksen